Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zaterdag 27 september 2014

393 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 7/7

De terugtocht straks naar mijn oude bekende wereld ervaar ik als iets goeds. Bij het afscheid van monnik Jozef roept deze vrolijk: ‘Grüsz Gott, tritt ein, bring Glück herein.’ Prompt krijgt hij een blosje en verontschuldigt zich. Dit is een katholieke spreuk, die hem ontglipt. Toch schrijft hij op mijn verzoek de ludieke tekst op.  Even later neem ik een foto van hem samen met Michael. Ik moet beloven deze niet te publiceren. Wel moet ik opnieuw de foto nemen. Jozef was niet tevreden met de eerste foto. 

Ons afscheid is warm. Hoe kan deze levendige monnik zich staande houden in een wereld, waar ik mezelf in de afgelopen drie dagen beklemd voel raken. Als gastenmonnik ontvangt hij de bezoekers. De lange slungelige Jozef met een donker warrig baardje en scheef monnikenmutsje loopt met een gretig vaartje op nieuwe bezoekers af. Hij praat gehaast en krijgt snel een kleurig blosje.

Jozef is een impulsieve aardige monnik, die zich schikt in de wat saaie kloosterregels en zich onderwerpt aan het gezag. Hij is overtuigd dat hij zo de hoofdprijs na dit leven verdient.
Michael blijft achter in dit klooster. Hij is geraakt door de lange slungelige impulsieve Jozef, die zich wringt in het keurslijf van kloosterregels.

De prijs die ik betaal voor de unieke kennismaking bestaat uit mijn zwijgen, geen kritische vragen, geen sarcasme, maar respect. Op Athos heb ik voldoende gezien en beleefd van de Orthodoxie, de starheid en de ijver waarmee men dit aardse leven alleen beschouwt als aanloop naar de hemel, de vereniging met God.


In Dáfni wacht een gezelschap op de boot. Er gaan veel Russen aan boord. Een Rus draagt op zijn borst een grote ingelijste ikoon en een vlag met de afbeelding van Tsaar Nicolaas. Mensen knielen voor de ikoon en kussen deze eerbiedig. In Rusland is een groep mensen, die pleiten voor het herstel van de monarchie en het tsaristische Russische rijk. Op de boot praat ik met hen in het Engels. Een Rus diept uit zijn rugzak een fles wodka, waardoor het gesprek gesmeerd verloopt. Zij vinden dat westerse journalisten een gekleurd en vertekend beeld van Rusland schetsen, waardoor het land in een kwaad daglicht komt te staan.


In Dáfni moeten we voor het inschepen eerst langs de douane. Alle plekken op het bovendek van de boot zijn bezet. De Rus met de ikoon op zijn borst en de vlag van de Tsaar hangt als een koene strijder tegen de railing. Om hem heen zit een grote groep Russen. De stemming is wat uitgelaten.



Zoveel goden, zoveel gelovigen, zoveel wegen, zoveel zekerheden, zo vaak ‘Wij hebben gelijk, wij bezitten de enige ware’. Geloof, zoveel doden, zoveel martelaren, zoveel heiligen. Onderweg zijn, zoveel gastvrijheid, zoveel warmte, zoveel levendigheid, zoveel inspanning, zoveel beloning. Geschiedenis, zoveel winnaars met zoveel verliezers. In Ouranoúpoli wacht de bus voor Thessaloníki.