Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zaterdag 27 september 2014

394 - KAPEL VOOR IKONEN BIJ DS PIETER MASMEIJER

Het aantal Nederlanders dat de Heilige Berg Athos bezoekt is klein. Maar een aantal van hen is er voor altijd mee verbonden geraakt en en bezoekt de Agion Oros dan ook regelmatig. Een van deze pelgrims is ds Pieter Masmeijer. Hij schreef over zijn bezoeken een inspirerend boekje, waarvan over enige tijd een heruitgave verschijnt.

Behalve een boekje heeft ds Masmeijer in zijn tuin nu ook een kapel die van binnen een oosters-orthodox gevoel geeft. In de Berichtgever van Zegveld (2013) vertelt hij hierover. In zijn kapel heeft hij een tehuis gevonden voor de ikonen die in de loop der tijd 'naar hem zijn toegekomen', zoals hij zegt. 







Vanmiddag, 27 september 2014, is de kapel feestelijk ingewijd door priester Hildo Bos van de Russisch-orthodoxe kerk Heilige Nikolaas van Mira in Amsterdam. Met de dienst van de ikonostasiswijding wijdde vader Hildo ook de ikonen. 



















Foto's Vasílis

393 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 7/7

De terugtocht straks naar mijn oude bekende wereld ervaar ik als iets goeds. Bij het afscheid van monnik Jozef roept deze vrolijk: ‘Grüsz Gott, tritt ein, bring Glück herein.’ Prompt krijgt hij een blosje en verontschuldigt zich. Dit is een katholieke spreuk, die hem ontglipt. Toch schrijft hij op mijn verzoek de ludieke tekst op.  Even later neem ik een foto van hem samen met Michael. Ik moet beloven deze niet te publiceren. Wel moet ik opnieuw de foto nemen. Jozef was niet tevreden met de eerste foto. 

Ons afscheid is warm. Hoe kan deze levendige monnik zich staande houden in een wereld, waar ik mezelf in de afgelopen drie dagen beklemd voel raken. Als gastenmonnik ontvangt hij de bezoekers. De lange slungelige Jozef met een donker warrig baardje en scheef monnikenmutsje loopt met een gretig vaartje op nieuwe bezoekers af. Hij praat gehaast en krijgt snel een kleurig blosje.

Jozef is een impulsieve aardige monnik, die zich schikt in de wat saaie kloosterregels en zich onderwerpt aan het gezag. Hij is overtuigd dat hij zo de hoofdprijs na dit leven verdient.
Michael blijft achter in dit klooster. Hij is geraakt door de lange slungelige impulsieve Jozef, die zich wringt in het keurslijf van kloosterregels.

De prijs die ik betaal voor de unieke kennismaking bestaat uit mijn zwijgen, geen kritische vragen, geen sarcasme, maar respect. Op Athos heb ik voldoende gezien en beleefd van de Orthodoxie, de starheid en de ijver waarmee men dit aardse leven alleen beschouwt als aanloop naar de hemel, de vereniging met God.


In Dáfni wacht een gezelschap op de boot. Er gaan veel Russen aan boord. Een Rus draagt op zijn borst een grote ingelijste ikoon en een vlag met de afbeelding van Tsaar Nicolaas. Mensen knielen voor de ikoon en kussen deze eerbiedig. In Rusland is een groep mensen, die pleiten voor het herstel van de monarchie en het tsaristische Russische rijk. Op de boot praat ik met hen in het Engels. Een Rus diept uit zijn rugzak een fles wodka, waardoor het gesprek gesmeerd verloopt. Zij vinden dat westerse journalisten een gekleurd en vertekend beeld van Rusland schetsen, waardoor het land in een kwaad daglicht komt te staan.


In Dáfni moeten we voor het inschepen eerst langs de douane. Alle plekken op het bovendek van de boot zijn bezet. De Rus met de ikoon op zijn borst en de vlag van de Tsaar hangt als een koene strijder tegen de railing. Om hem heen zit een grote groep Russen. De stemming is wat uitgelaten.



Zoveel goden, zoveel gelovigen, zoveel wegen, zoveel zekerheden, zo vaak ‘Wij hebben gelijk, wij bezitten de enige ware’. Geloof, zoveel doden, zoveel martelaren, zoveel heiligen. Onderweg zijn, zoveel gastvrijheid, zoveel warmte, zoveel levendigheid, zoveel inspanning, zoveel beloning. Geschiedenis, zoveel winnaars met zoveel verliezers. In Ouranoúpoli wacht de bus voor Thessaloníki.

dinsdag 23 september 2014

392 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 6/7

Van Kariés lopen we naar het klooster Koutloumousíou. Gastenmonnik Josef ontvangt ons. Josef komt uit Duitsland en was aanvankelijk protestant. Op zoek naar de ware godsdienst verbleef hij gedurende een week in een katholiek klooster. Hij werd pas echt geraakt toen hij de Orthodoxie leerde kennen.

Hij leeft nu zeven jaar in Griekenland, waarvan zes jaar op Athos en de laatste zes maanden als monnik in dit klooster. Katholieken mogen hier slapen, maar Josef noemt het katholieke geloof een dwaalspoor. Hij noemt onmiddellijk het jaartal en de naam van de paus waarbij het mis ging. De orthodoxie raadt af om met katholieken over geloof te praten. Dit kan de orthodoxe gelovige aan het twijfelen brengen.


Het open heldere gezicht van Jozef weerspiegelt zijn emoties. Hij reageert impulsief en enthousiast zoals een kind. Christus en God zijn volgens hem alleen de wegen waarlangs men naar de hemel kan gaan. De woorden van de monnik hebben bij Michael een gedreven bekeringsdrang opgeroepen.

Op onze kamer gaat hij verder met het betoog van de monnik. Zijn toon krijgt iets drammerigs en vaak herhaalt hij teksten. Ik vind hem slim, maar ook star. Michael wil ingewijd worden in de Orthodoxie en het kloosterleven. Zijn opleiding als bouwarchitect heeft hij niet afgemaakt. Hij wil kiezen voor het kloosterleven en niet voor een leven in de maatschappij. Later wil hij op Athos alleen leven. Hij is 26 jaar en heeft een vriendin gehad. Zijn moeder werkt in Oostenrijk als 24 uurverzorgster bij oude mensen aan huis.

Michael wil de kellí (kluizenaars onderkomen) bezoeken waar Paisos, een heilige monnik heeft geleefd. Josef vertelt op overtuigende toon enkele wonderen van deze monnik. Michael weet waar zijn resten zijn. Jozef vraagt dan gretig of er nog huid op de botten van de heilige zat. Jozef spreekt af waar hij ons op een bospad zal ontmoeten, zodat we samen naar de kellí van de wijze monnik gaan. We wachten een poos vergeefs op Jozef en keren terug. Achteraf blijkt dat Jozef zich heeft verslapen tijdens zijn middagdutje.

Op weg naar het klooster komen we een groepje Russen tegen. Een man vraagt of ik orthodox ben. Ik antwoord dat ik katholiek ben. Hierop vindt een man uit het groepje dat ik me onmiddellijk moet laten dopen. Als ik morgen sterf zal ik regelrecht naar de hel gaan en anders naar de hemel. Ik vind zijn reactie dwingend en primitief en bovendien onchristelijk.

Op een galerij voor de slaapkamers van het klooster Koutloumousíou praat ik met een groepje Duitse mannen. Onder leiding van een pastoor van hun Evangelische Gemeente bezoeken zij al meerdere jaren Athos. Zij doen dit uit wetenschappelijke interesse. Ze hebben belangstelling voor de resten van de vroegere religie binnen deze geconserveerde Byzantijnse enclave. De Evangelische godsdienst heeft volgens hen meer overeenkomsten met de Orthodoxie. Onze Nederlandse geloofspraktijk veroorzaakt bij hen slechts opgetrokken wenkbrauwen.

Zie ook: 381 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 1/7               
              383 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 2/7
              385 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 3/7
              387 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 4/7     
              390 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 5/7

zondag 21 september 2014

391 - FEEST VAN DE GEBOORTE VAN DE MOEDER GODS OP ATHOS

Ηet feest van de Geboorte van de Moeder Gods wordt op de gehele Agion Oros groots gevierd. En met name bij die broederschappen waar de kerk of het klooster aan dit feest is gewijd. Athosvriend Jánnis heeft mooie, sfeervolle foto's uit de (Chiliandarinó) I. Kellí Maroudá, die gewijd is aan de Geboorte van de Moeder Gods (Grieks: Γενέσιον της Θεοτόκου/Jenésion tis Theotókoe). Ook op de vooravond, bij de Esperinós, waren reeds vele monniken en pelgrims aanwezig, onderwie Proto-epistátis Simeón.















Bron: Agioreitikes Mnimes 5295
          Agioreitikes Mnimes 5296

vrijdag 19 september 2014

390 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 5/7


Ongeveer 160 man zoekt een plek op de houten banken langs de tafels. De vegetarische maaltijd staat klaar voor iedereen. Een pannetje rijstepap, soep, plakjes kaas, verse lenteui en brood.

Tijdens de maaltijd is het stil. Een monnik leest een tekst voor. Na de lezing rinkelt een belletje en staat ieder op. De monniken lopen langzaam zingend terug naar de kerk. Daar worden weer de ikonen gekust. Monniken en leken maken meerdere buikschuivers.

Terug in ons royale gastenverblijf is de balie bij het kantoortje van de gastenmonnik open. Michael en ik tonen onze diamonitirion ( visum Athos) en ons paspoort.

Op de gang komt Michael een monnik uit Moldavië tegen. Ze spreken beiden dezelfde taal, zodat Michael veel inside informatie krijgt. Fotograferen op Athos is verboden, maar als ik van Michael en de monnik een foto wil maken, kijkt de monnik eerst om zich heen, alvorens ik een foto neem.
 

De guestmaster schrijft ons in, geeft een schone lakenset en brengt ons naar een slaapzaal op de vijfde verdieping. Op het zaaltje staan vier rijen van negen bedden. 

In het klooster hangen twee klokken, een met onze Europese tijd en de ander met de Byzantijnse tijd. ’s Ochtends om zes uur staan we op. Na een kerkdienst eten we in de grote zaal, halen onze rugzakken op en lopen hetzelfde kustpad als de dag ervoor weer terug. Voor ons loopt een groepje pelgrims, waaronder enkele monniken. Op een kruising met een bredere lichtgele kalkgruisweg nemen we afscheid. Zij lopen richting Dáfni.

We lopen naar de hoofdplaats Kariés langs een stoffig pad. Uit een stofwolk verschijnt een fourwheeldrive die naast ons stopt. De monnik biedt ons een lift aan. Een stukje verder pikt de monnik twee Duits wandelaars op. Drie man met bagage delen met opgetrokken knieën het laadbakje.

In Kariés, het bestuurscentrum van de monnikenstaat Agion Oros, dwalen groepjes pelgrims rond. Het dorpje heeft een gemeentehuis, politiepost en brandweerkazerne. Rugzakken wachten tegen de gevels of rusten tegen lage muurtjes. De eigenaars staan in groepjes bijeen of drinken iets in.

Het wegdek bestaat uit grijze natuursteen, kunstig tot een vlak samengevoegd. Langs de hoofdstraat staan rood bruin geverfde winkeltjes. Op straat staan stoffige mini-busjes, wachtende rugzakken, monniken met zwarte pijen en platte cilindervormige hoofddeksels, de kamilauchion.

Iedereen wacht op vervoer naar een klooster, de Heilige Berg Athos of naar de haven van Dáfni. Onze twee Duitse medelifters hebben allebei een Garmin GPS. Ze hebben thuis een kaart van Athos gedigitaliseerd en de scan laten samenvallen met Google Maps. Het digitale resultaat zit in hun GPS apparaat. 

Met ons vieren lopen we naar het klooster Stavronikíta ongeveer halverwege de oostkust. De vierkante toren met erboven kantelen maken van het klooster een burcht. De guestmaster ontvangt ons met een glaasje rakí, water en zachtzoete loukoumi, en vergezelt ons naar de kloosterkerk. De Duitse mannen kunnen hier overnachten. Zij hebben tevoren gereserveerd. De monnik verontschuldigt zich, Stavronikíta is maar een klein klooster.


donderdag 18 september 2014

389 - KLOOSTER IN DE PEEL: 25 JAAR, IN HET GRIEKS

De zusters met Metropoliet Athinagóras in hun midden

Op de Griekse website/krant Agioritikovima.gr (Grieks: Αγιορειτικό Βήμα) werd gisteren, 17 september, ook aandacht besteed aan het jubileum van het Heilig Klooster van de Geboorte van de Moeder Gods.

Onder de kop 'Aartsbisschoppelijke gemeenschappelijke liturgie in het Heilig Klooster van de Moeder Gods in Asten, Nederland', viel te lezen:
'In aanwezigheid van vele gelovigen en geestelijken werd zaterdag 13 september 2014 de aartsbisschoppelijke gemeenschappelijke liturgie gehouden ter gelegenheid van de geboorte van de Panagía in het Heilig Klooster van de Geboorte van de Moeder Gods in Asten, Nederland.

Bussen met gelovigen arriveerden uit het gehele Aartsbisdom (België) en uit Duitsland om samen te vieren. De plechtige Goddelijke Liturgie werd gevierd door Metropoliet Athinagóras van België, terwijl Zijne Excellentie Bisschop Máximos van Evmenía  meevierde, in de met gelovigen overvolle kerk van het klooster.

Vader Θεολόγος Τσιρτσίδης verwees in zijn preek naar de theologie van het feest en de sterke aanwezigheid van de Alheilige Moeder Gods in het leven van de christenen. 

Voor het algehele einde vierde de Metropoliet de artoklasia, de zegening van het brood. Zijne Eminentie sprak ook over de vijfentwintigjarige aanwezigheid van het Heilig Klooster in het Aartsbisdom en over de Orthodoxie in het algemeen.

Hij prees hegoémena moeder Maria en de zusters voor het harde werk dat ze verrichten hij wenste dat zij ongestoord met hun monastieke werk door kunnen gaan. Tot slot was er een ontvangst voor alle aanwezigen.'



Zie ook de berichtgeving van het Aartsbisdom België: Ιερά Μητροπόλις Βελγίου dd 16-09-2014

woensdag 17 september 2014

388 - I.M. VATOPEDIOU: FEEST TER ERE VAN DE HEILIGE GORDEL VAN DE MOEDER GODS

Vorige week zaterdag werd in het Heilig Klooster Vatopedíou op grootse wijze het feest gevierd ter ere van de Heilige Gordel van de Moeder Gods. Drie jaar geleden stonden honderdduizenden Russen uren in de rij om de Gordel te vereren. Ook nu waren er weer vele pelgrims om het feest luister bij te zetten. En ook de broederschap van I.M. Osíou Grigoríou zong mee. 














Al die gasten en monniken moesten ook van eten worden voorzien:



Bron: Pemptousia

maandag 15 september 2014

387 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 4/7

Op het pad naar het Russisch klooster zien we een simpel bord, we passeren de grens en zijn op het territorium van het klooster. We lopen langs verschillende nieuwe gebouwen en bereiken het hoofdgebouw. Rond het centrale deel van het klooster staat een stenen wal. Via een poort bereiken we het hoofdgebouw. Op de muren prijken enkele mozaïeken zoals van Maria en Jezus.

Het grote gebouw heeft zeven verdiepingen. De gestuukte muren in blauwgroene pastel kleur  zijn voorzien van talloze ramen, die in rijen met mathematische precisie zijn geplaatst. We vinden de ingang van een groot gastengebouw met zes verdiepingen.  De guestmaster laat lang op zich wachten. We kunnen hem ook niet opsporen.

Michael en ik hebben bij elkaar een behoorlijk arsenaal met vreemde talen. Roemeense landgenoten, monniken en werklui, maken een praatje met Michael en geven hem nuttige tips. Deze contacten zijn spontaan en erg hartelijk.



In een ontvangstzaal staat raki, koffie en voedsel klaar voor pelgrims. Een groepje Russische en Oekraïense pelgrims zijn hier al wat langer en komen een glaasje raki drinken. We begroeten elkaar en er heerst, ondanks de taalproblemen, een kameraadschappelijke oude jongenssfeer.

Iwan, een Russische monnik, heft een glas raki omhoog en roept met een jolig ondeugend gezicht ‘Schnaps!’ Ik trek een gezicht, alsof ik gruwel van dit bocht. Een Russische soldaat ziet mijn foto’s van de brandweer en roept trots dat hij, Kameradski, ook bij de brandweer zit. Hij rukt zijn militaire badge van zijn mouw en schenkt deze aan mij. We hebben samen plezier.


Een Russisch-orthodoxe pelgrim spreekt Engels en vraagt me op denigrerende toon, wat ik hier zoek. Hij straalt een fanatieke gedrevenheid uit. Hij heeft zich verdiept in allerlei godsdiensten zoals het Boeddhisme. Tijdens zijn zoektocht naar de ware godsdienst is hij zelfs in verlaten onherbergzame gebieden geweest en heeft daar zware beproevingen doorstaan. Na deze zoektocht heeft hij de Orthodoxie gevonden, de enige ware godsdienst. Hij vertelt dit alsof hij geslaagd is voor zijn commando-opleiding.

De volhardende manier waarmee Michael de Orthodoxie uitlegt over de van twijfel gespeende lessen van monnik Spiridon geven me het gevoel dat ik in een verkeerd supportersvak zit. Dit is een godsdienst van zekerheden, een godsdienst die twijfel en dialoog vermijdt. Dankzij Michael, die me in elk moment de orthodoxe verkeersregels uitlegt, val ik in de kloosters minder uit de toon.

zondag 14 september 2014

386 - FEEST VAN DE VERHEFFING VAN HET KOSTBAAR EN LEVENSCHENKENDE KRUIS/H YΨΩΣΙΣ ΤΟΥ ΤΙΜΙΟΥ ΚΑΙ ΖΩΟΠΟΙΟΥ ΣΤΑΥΡΟΥ

14 september: Kruisverheffing. De Verheffing van het Kostbaar en Levenschenkende Kruis is een belangrijk feest. De Heilige Kerkvaders stellen de Kruisverheffing gelijk aan Goede Vrijdag. Daarom is deze dag ook een vastendag. 

Delen van het Heilig Kruis worden in Athoskloosters bewaard. Monniken tonen de relikwieën regelmatig aan de gelovigen buiten de Agion Oros. Op de Heilige Berg zelf wordt het feest op 27 september gevierd.




In I.M. Xiropotámou bevindt zich een deel van het Heilig Kruis.

vrijdag 12 september 2014

385 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 3/7


Dáfni, onze entree op Athos, is een betonnen aanlegplaats voor de boten met enkele gebouwtjes. Een bescheiden locatie aan de voet van begroeide rotsen. De ketting van de stalen klep ratelt tot deze op de betonnen aanlegsteiger steunt. Passagiers spoeden zich aan wal, voordat de voertuigen met materialen van boord gaan. Zowel Michael als ik kijken rond in onze nieuwe onbekende wereld.

Michael vraagt naar mijn plannen. Die heb ik niet. Hij heeft wel enkele concrete wensen, zoals een bezoek aan een Roemeense monnik. Eerst drinken we samen koffie en besluiten om de komende drie dagen met elkaar op te trekken. Op een houten bank onder een afdak van zeildoek overleggen we.

Naast me op de bank zit een monnik, zacht gebruind mild gezicht en golvend grijze krullende baard. Op zijn hoofd draagt hij een zwart afgeplat cilindrisch hoofddeksel. Een hand steunt zijn kin onder zijn baard en staart onbeweeglijk, ontspannen voor zich uit. Hij lijkt niets te zien.

Michael en ik willen samen in het grote Russisch-orthodox klooster overnachten. We lopen vanaf  Dáfni langs een weg omhoog en slaan af naar het klooster Xiropotámou. Een gastenmonnik ontvangt ons en geeft ons een glaasje rakí en een zoete traktatie (Turkish Delight) . Daarna vergezelt hij ons en vier zojuist gearriveerde pelgrims, naar de kerk. In de schemerige ruimte overdadig beschilderde wanden met fresco’s, hangen fraaie iconen en goudkleurige kroonluchters.
Als de priester in het midden naast een zilveren kruis staat, overhandigt ieder (behalve ik) zijn zilveren en gouden halskettingen. De orthodoxe pelgrims drukken het voorhoofd tegen het kruis en kussen het. Ik let op Michael, die mijn voorbeeld is in deze plechtige omgeving, totdat de monnik opmerkt dat ik niet-orthodox ben.


Wanneer ik hem in de plechtige ruimte vraag hoe hij dat ontdekt heeft, antwoordt hij: ‘Je loopt hier rond alsof je een museum bezichtigt met je handen op je rug.’ In deze religieuze tempel klinkt de wat humoristische terechtwijzing van de monnik kil en formeel.


Na ons bezoek aan het klooster volgen we op aanwijzingen van een Roemeense landgenoot van Michael een bergpad dat leidt naar de kellí van papa Spiridon. Halverwege de berg staat een klein witgekalkt huisje met een kapelletje. Rond het huis liggen perceeltjes met groentebedden. Papa Spiridon is een monnik van ongeveer 60 jaar. Hij begroet Michael beheerst hartelijk. Zij spreken met elkaar in het Roemeens. We krijgen een glaasje tsípouro en de zacht zoete loukoúmi.

In de sobere ruimte praat Michael uitgebreid met de kluizenaar. Hij heeft vragen, waar ik geen enkel besef van heb. Hier voel ik me een religieuze analfabeet, een buitenstaander.


De monnik zit aan een tafel terwijl hij met zijn blote voet een jong poesje op de grond streelt. Dan richt de monnik zich tot mij met al mijn twijfels. Hij constateert dat ik hier niet toevallig ben. Bij het afscheid is hij overtuigd dat ik een keer met mijn kleinzoon zal terugkomen.